Kinderen en fantasie, daar is iets bijzonders mee. Bij vrij spelen, is niks te gek. Jij was de ridder en ik het paard, via de glijbaan komen ze in een ondergronds kasteel en van lego worden de meest fantasierijke bouwsels gemaakt.

Bij verhalen schrijven gebeurt er bij sommige kinderen iets bijzonders in hun van nature creatieve brein. ‘Ik weet niks!’ ‘Ja maar, dat kan toch niet in het echt?’ 

In mijn lessen als Schoolschrijver neem ik altijd nephersens mee: een roze stressbal in de vorm van hersenen. Ik vertel de kinderen dat fantasie uit hun brein komt en dat iedereen die fantasie aan kan zetten. Hoe? Door goed om je heen te kijken, nieuwsgierig te zijn en de vraag ‘Wat als?’ te stellen.

Ik begin dichtbij en laat ze rondkijken in het klaslokaal. ‘Wat als je morgen binnenkomt en in plaats van de juf/meester er een pratende eenhoorn voor de klas staat?’ Of ‘Wat als de juf/meester aankondigt dat er een nieuwe leerling is en er komt een zeehondje met een bril op en een koffertje de klas in lopen?’ Mijn ervaring is dat de ogen van de kinderen meteen groter worden en gaan glimmen. Hun fantasiemotortje begint te draaien en genereert de beste ideeën. Daarna laat ik ze naar buiten kijken: ‘Wat als er een puntje puntje puntje aan komt vliegen en op het schoolplein landt?’ In no-time vullen ze de puntjes in en komt het verzinnen op gang.

De tip ‘Wat als?’ komt van de Engelse schrijver Neil Gaiman, schrijver van fictie, poëzie en stripverhalen. Hij schrijft dat je ideeën krijgt door simpele vagen te stellen. De belangrijkste is volgens hem: ‘What if?’ (Wat als je wakker werd met vleugels, Wat als je zus in een muis veranderde, Wat als je met je klas ontdekt hebt dat de juf/meester een van jullie wil opeten maar je weet niet wie?)

Toffe vragen, die kinderen prikkelen en hun fantasieknop direct aanzetten. 

Andere afmaakzinnen die Gaiman noemt: Als alleen… (Als alleen ik mezelf zo klein kan laten krimpen als een knikker), Ik vraag me af… (wat er in het laatje van de juf/meester zit), Hoe bijzonder zou het zijn als… (katten de wereld zouden leiden). 

Als Schoolschrijver vind ik het het allerbelangrijkst dat kinderen zelfvertrouwen ontwikkelen in schrijven. Ze kunnen het – allemaal. Ze hebben genoeg ideeën, maar het gaat vooral over durf. De een heeft meer aanmoediging nodig dan de ander. Wij als volwassenen hebben de taak de rijkheid aan taal en fantasie die in hen schuilt aan te zwengelen. Een prachtige taak. 

Leve de fantasie! Die begint – zoals bij zoveel dingen in het leven – bij het stellen van de juiste vragen. 

Schrijfopdracht Wat als? van Annemarie van den Brink, 10 min, groep 3 t/m 8.
‘Wat als?’ is een handige beginzin om inspiratie te vinden voor een nieuw verhaal. Schoolschrijver Annemarie van den Brink legt dit uit en geeft er een schrijfopdracht bij. 

Benieuwd naar meer schrijfopdrachten? Ga naar 19 gratis lees- en schrijfopdrachten voor meer lees- en schrijfplezier thuis én in de klas