Terugblik Expertisedag 2023

Expertisedag• Op 15 juni 2023 kwamen we met 23 Schoolschrijvers bij elkaar voor de Expertisedag in Utrecht. Lees hier het uitgebreide verslag van deze inspirerende dag.

De unieke kracht van een Schoolschrijver als lees- en schrijfbevorderaar

  • ‘Ik weet niet alles, dus ik vraag veel en vraag door, dat noem ik schatplukken.’
  • Is schoolschrijver wel de goede naam? Moet het niet ‘Schooltaalophaler’ zijn? Of de ‘Schoolgoudpanner’? ‘Schoolschatgraver’?
  • Kinderen staan altijd centraal: het gaat erom kinderen echt te zien – dat is de kern: ‘Ik zie jouw (specifieke) talent.’ ‘Ik geniet van jouw (unieke en eigen) verhaal.’
  • Een Schoolschrijver is motivator, coach en inspirator die kinderen laat ervaren welke talenten ze zelf al hebben. Door hun creativiteit en fantasie aan te wakkeren, kunnen we zelfvertrouwen geven (of vergroten).
  • Een Schoolschrijver ‘verbeeldingskrachttraining’.
  • De brenger van liefde voor boeken en verhalen in de breedste zin, ook werk van andere schrijvers en illustratoren, voor leerlingen en leerkrachten. Zo zorgen we voor een rijke taalomgeving in de klas en op school.
  • We zijn er voor alle kinderen: goed en minder goed in taal.
  • Een Schoolschrijver is flexibel en kan improviseren: altijd weer naar de kinderen toe of met de kinderen mee.
  • Door het spelen met taal, het durven experimenteren om hun weerzin en hokjesgeest, gebrek aan zelfvertrouwen te overwinnen.
  • Creatieve inzet van poëzie, muziek, kunst: we zetten alles in om de verbeelding te doen opbloeien.
  • We bieden kinderen en leerkrachten een raam naar de buitenwereld, een nieuw blikveld.
  • Wij schrijvers brengen vrijheid de school binnen: we komen als vrijbuiters mogelijkheden en de woorden ‘wat zou er kunnen’, ‘wat als’
  • ‘Ik bekijk de dingen net wat anders en laat dat ook aan de kinderen zien.’
  • Voorlezen voor de klas, dan komt alles samen. Connectie met de kinderen door gamen en herkenning. Connectie met hun belevingswereld

‘Ik weet niet alles, dus ik vraag veel en vraag door, dat noem ik schatplukken.’

Succesvolle ervaringen het afgelopen jaar

  • Een leerling die normaal nooit meedoet, zit op dag 1 al een hele les te schrijven.
  • ‘Het is makkelijk om iemand weg te zetten als vervelend. Kinderen willen gezien worden. Jezelf kwetsbaar opstellen, dan kun je contact maken.’
  • Een eigen project opgezet met de hele klas, in plaats van de laatste drie lessen uit het Halfjaarprogramma: gedichten gemaakt en verzameld, een poëzieposter voor de andere klassen gemaakt en een eigen kinderboekenmuseum, dat ook voor de ouders toegankelijk was.
  • Een boekje gemaakt van de (geredigeerde) verhalen van de klas, daar zijn de kinderen enorm trots op.
  • Ouderbetrokkenheid en de betrokkenheid van de bibliotheek goed organiseren, de combinatie leverde een succeservaring: voorlezen aan de leerlingen in de bibliotheek en vervolgens de kinderen een boek laten uitkiezen en vragen laten opzoeken. (Zinnen die vragen zijn). In een mum van tijd zaten alle kinderen te lezen. Ze moesten 4 vragen zoeken en die op strookjes papier schrijven, dan de vragen puzzelen: welke vraag zet je dan bovenaan? Vervolgens een vraaggedicht maken en op gekleurd papier plakken. Dat gaat mee naar huis. Thuis worden de antwoorden geformuleerd waarbij de leerlingen alles mogen bedenken. Het resultaat was fantastisch: alle ouders hadden meegewerkt. Als je vragen uit de context haalt, krijg je verrassende antwoorden. 
  • Speurtochten doen en stapelgedichten maken in de bibliotheek, met als mooi gevolg dat een hoop kinderen lid wilden worden van de bieb. Een bezoek aan de bieb werkt zeker ook stimulerend voor nieuwkomer-kinderen.
  • Veel voorlezen en aan de hand daarvan dingen bespreken en uitleggen, en vragen stellen aan de kinderen.
  • ‘Ik heb tijdens een aantal lessen bij elkaar een heel boek voorgelezen. Aan de hand van dat boek heb ik heel veel kunnen bespreken, vragen en uitleggen aan de kinderen. Ik heb de ‘Sjakie-gelukdag’ geïntroduceerd bij de kinderen, ze gebruikten de term op allerlei andere momenten om hun dag te beschrijven.’
  • ‘Ik laat de kinderen tekenen tijdens het voorlezen, dat helpt ze met concentreren en zo kan ik langer voorlezen.’
  • We hebben het gehad over: wat is moed?, in het kader van Keti Koti: dat je gelooft in jezelf. De eigen verhalen van de kinderen stonden centraal, het schrijven in de taal van je hart. 
  • De leesconsulent deed goed mee. Verzamelde de titels van de boeken die de kinderen aan het lezen waren, zodat die de volgende keer met de schoolbibliotheek meekunnen.
  • Elke les beginnen met vragen beantwoorden van de kinderen. Ze leestips geven op basis daarvan.
  • De kinderen een klein ‘schatboekje’ geven om in te schrijven, helemaal voor hen zelf, daar kijkt verder niemand in.
  • Met de kinderen alle onderdelen van een boek bekijken, het maakproces uitleggen. Zo gaan de kinderen praten en vragen stellen over wat er allemaal bij komt kijken om een boek te maken en gaan ze er anders naar kijken.
  • Uitleggen en voordoen (uitbeelden) + voorlezen dat schrijvers soms hun eigen ervaringen gebruiken in een boek.
  • Ook andere talenten een kans geven. Soms is een kind bijvoorbeeld niet goed in in lezen en schrijven, maar supergoed in tekenen.
  • Kinderen kunnen helpen om hun toekomstdromen beter in beeld te krijgen. Door met ze in gesprek te gaan, ze informatie te geven.
  • Jezelf kwetsbaar opstellen. Kinderen willen gezien worden, dan kun je contact maken.
  • Taal gecombineerd met een andere discipline, zoals een muzikant uitnodigen in de klas (om bijvoorbeeld een rap te maken).
  • ‘Ik werkte op een school voor speciaal onderwijs, in een klas van 12 jongens. De opdracht ging over emoties en ze moesten een fijn gevoel terughalen, van een moment dat ze gelukkig waren. Er kwam een prachtig gedicht uit over ‘in Turkije bij mijn oma en opa op het balkon’.’
  • ‘Ik werkte in groep 3, 4 en 5 van een school in Amsterdam Zuidoost. We hadden een opdracht over toekomstdromen. Een van de jongens wilde boer worden, maar was nog nooit op een boerderij geweest. Ik heb moeder tips gegeven en hij is er met zijn moeder naartoe gegaan.’
  • ‘Een jongen in mijn groep wilde drill rapper worden. Moeder maakte zich ernstig zorgen, ook ivm de criminaliteit van oudere broer. Ik deed een les over rap songs en vroeg aan de jongen wat hij precies wilde. Het gesprek kwam op gang over het verschil tussen drillrap en gewone rap. Aan het eind van de lessenreeks bedankte de jongen haar en zei ‘Bedankt, want ik weet nu dat ik in de muziek verder wil’.’
  • “Ik vroeg mijn leerlingen iedere keer of ze hun huiswerk gedaan hadden. Mij ging het niet om het huiswerk, maar het verhaal; de smoes die ze konden bedenken waarom ze het niet gedaan hadden.”
  • Talentenklas:met zijn allen een boek schrijven voor een meester. Elke leerling een eigen verhaal waarom die meester te laat komt en wat er gebeurd is (resultaat: een bundel van 15 verhalen over waarom meester Martin te laat kwam).

De tijdmachine, De Schoolschrijver in 2028

We stelden jullie de volgende vraag: wat als je in een tijdmachine zou stappen en zou uitkomen in het jaar 2028, waarbij De Schoolschrijver samen met jullie als lees- en schrijfbevorderaars succesvol zo veel mogelijk kinderen taalsterk maakt, wat is dan jouw suggestie om daar te komen?

  • We werken met kleine groepen en enthousiaste leerkrachten voor (nog) meer impact.
  • We focussen niet op taalsterk ‘maken’, maar stellen verhalen centraal. 
  • Er is een vrijere indeling van de programma’s. (bijvoorbeeld bij het Halfjaarprogramma de 10 lessen kunnen verdelen over 2×5 lessen per klas, waardoor meer klassen per school mee kunnen doen)
  • Nog veel meer klassen zijn ingedeeld per niveau en individueel in kleine groepjes werken en dan gezamenlijk te genieten van taal: met elkaar naar een gedicht of een verhaal luisteren, vervolgstukjes (input) verzamelen en daarna zelf schrijven en voordragen
  • De magie van het schrijven zal er ook in 2028 zijn. En het vertrouwen in eigen kunnen.
  • Het Halfjaarprogramma is er nog, maar in een andere vorm (een jaartraject, of traject van een teamtraining in september met start programma in januari)
  • het Halfjaarprogramma bestaat niet meer, is een jaarprogramma met digitale lessen geworden. Iedere maand of per 2 maanden komt er een schoolschrijver. Kan dezelfde zijn, maar kan ook iedere maand een andere zijn.
  • We zijn gestopt met de talentenklassen.
  • Er is nog steeds een Maandprogramma.
  • De Schoolschrijver traint veel meer met pabo’s en beginnende docenten.
  • Je staat naast een uitstekende leerkracht.
  • Er is een goede samenwerking met de leerkracht, doordat deze beter is meegenomen in de voorbereiding.
  • Er zijn nieuwe De Schoolschrijver mapjes, een ‘boek’ voor kinderen van blanco papier, een groot schrift om in te werken voor het Halfjaarprogramma.
  • Er is een landelijke De Schoolschrijverwedstrijd verhalen en met illustraties, de bekendheid gaat / is omhoog, winnaars op het Jeugdjournaal laten zien hoe leuk het is om te schrijven en te tekenen
  • Er staan altijd en overal boekenkisten in de klas
  • Er is een kindvriendelijke website (bijvoorbeeld met podcast), waar ook kinderen bijdragen op kunnen posten. 
  • Er is een coachingslijn voor leerkrachten: zo is er langer contact met de leerkrachten. De ‘Schoolschrijfcoach’.
  • Er is een De Schoolschrijverbundel, een uitgave.
  • We delen nog meer kennis als schoolschrijvers onderling.
  • We werken meer samen met illustratoren. Bijvoorbeeld drie lessen in het HJP. Dit is zeer aanvullend en steekt elkaar aan. 
  • De Schoolschrijver is ook actief in het VO en op weekendscholen.
  • Via internet doen we interactieve projecten op scholen internationaal. 
  • Er is een groot overzicht van alle Schoolschrijvers die dat jaar aan het werk zijn, met daarbij waar ze aan meedoen (MP, HJP, LL). Zo kun je elkaar makkelijk appen of bellen voor tips en uitwisseling van gedachten.
  • We werken met AI

“Ik vroeg mijn leerlingen iedere keer of ze hun huiswerk gedaan hadden. Mij ging het niet om het huiswerk, maar het verhaal; de smoes die ze konden bedenken waarom ze het niet gedaan hadden.”

Verbeterpunten en tips

Vanuit de organisatie: verwachtingenmanagement. Een tijdige voorbereiding van het hele team op een school en effectieve communicatie over wat men kan verwachten.

Proberen de leerkracht ook mee te krijgen: vooraf de belangrijke rol van de leerkracht benadrukken, zij hebben een voorbeeldfunctie voor de leerlingen. Het zou kunnen helpen om de leerkracht duidelijker te betrekken bij de les, door ze ook een taakje te geven. Het is ook fijn voor ze om handvatten te krijgen.

Idee: is het een idee om een Schoolschrijver-basis-boekenlijst te maken? Om leerkrachten te ondersteunen?