Deze site maakt gebruik van cookies, zodat wij je de best mogelijke gebruikerservaring kunnen bieden. Cookie-informatie wordt opgeslagen in je browser en voert functies uit zoals het herkennen wanneer je terugkeert naar onze site en helpt ons team om te begrijpen welke delen van de site je het meest interessant en nuttig vindt. Lees hier meer.
Schoolschrijver Barbara Scholten: er moet gestreden worden voor de overwinning!
Blog • De schrijfopdracht ‘Absoluut geen hond!’ gaat over het belang van weerstand voor een verhaal. Schoolschrijver Barbara Scholten vertelt erover in dit blog.
Dat gaat zomaar niet
Ken je dat? Dat leerlingen een verhaal schrijven en je tijdens het lezen een lichte teleurstelling voelt. Is dit het nou? denk je dan. Verhalen over een superheld met superkrachten. Ze vliegen, spuwen vuur en verslaan zonder enige moeite elke vijand. Of over een monster dat zijn dagen doorbrengt in een donker bos en daar volstrekt tevreden mee is. Glittermeisjes die alles krijgen wat ze wensen, komen ook regelmatig voor.
Verhalen over personages die alles kunnen, alles hebben en niets wensen leveren vaak saaie verhalen op. Personages moeten iets willen, ergens naar verlangen. En om die wens te realiseren moeten er keuzes gemaakt worden. Ze moeten iets opgeven voor die ene wens en in het traject daarnaartoe gaan er dingen verschrikkelijk mis. De vijand wordt niet zomaar verslagen. Ook niet door een superheld. Er moet gestreden worden voor de overwinning. Monsters voelen zich eenzaam in het donkere bos, trekken de wijde wereld in en het glittermeisje is niet met de gouden lepel in de mond geboren. Of wel, maar dan is het geen verhaal waard. Want zonder weerstand is er geen verhaal! Om een wens in vervulling te laten gaan, moet een personage een lange weg vol hobbels afleggen en dealen met tegenslagen.
Krijgt Lola de hond die ze graag wil?
Om dit duidelijk te maken aan de leerlingen, lees ik vaak Een hond met leuke oren, waarin Lola graag een hond wil. Ze wil liever een hond dan alles wat je maar kunt bedenken. Liever dan een eekhoorn of een echte vos. Soms doet Lola alsof ze een hond is. Ze weet ook precies wat voor soort hond ze zou nemen. Zo een met leuke oren. Nadat ik de eerste bladzijden heb voorgelezen, vraag ik aan de leerlingen hoe ze denken dat het verhaal verder gaat.
‘Ik denk dat Lola een hond krijgt,’ zegt iemand.
‘Dat denk ik ook,’ antwoordt een ander.
‘Wat betekent dat dan voor het verhaal?’ Ik kijk de klas rond. Kinderen halen hun schouders op. Ze kijken me glazig aan. Ik probeer het nog een keer. ‘Stel dat Lola die hond met leuke oren meteen krijgt, hoeveel bladzijden uit dit boek lees ik dan nog voor?’
Ergens in een bovenkamer gaat het licht aan. ‘Geen, want dan heeft Lola wat ze graag wil.’
‘Juist!’ antwoord ik. ‘Voor Lola is het leuk als haar wens meteen in vervulling gaat, maar voor het verhaal niet want dan is het afgelopen.’
Gelukkig roepen de ouders van Lola altijd: ‘ABSOLUUT GEEN HOND!’ en kan ik de grappige ontknoping voorlezen.
De kracht van herhaling
Een volgende les werk ik uit De NEEhoorn van Marc-Uwe Kling. En weer stel ik de vraag wat het voor het verhaal zou betekenen als de eenhoorn alle vragen met ‘ja’ zou beantwoorden en het heerlijk zou vinden om in het Hartenwoud te wonen.
‘Dan heet het boek De JAhoorn,’ zegt de een.
‘Dan is het saai,’ antwoordt een ander.
‘Dus dan is dit het einde van het verhaal,’ zegt weer een ander.
De kracht van de herhaling begint te werken. Elke les weer herhaal ik dezelfde vraag. Wat als het meisje het gelukkige eiland meteen zou vinden? Stel dat meneer en mevrouw Griezel het heel gezellig hadden samen. Wat als Wat als Rotkat knorrend bij zijn baasje in de vensterbank was blijven liggen?
Het kwartje valt niet bij iedereen tegelijk, maar aan het einde van het Schoolschrijverstraject lees ik een verhaal over een jongen die zonder zwemdiploma een kolkende rivier moet oversteken. Het zwaard van een prins breekt tijdens een gevecht met draken en leeuwen. En het glittermeisje zit in de gevangenis omdat ze heeft gejat. Lees voor. Stel vragen. Schrijf verhalen.
Schrijfopdracht Absoluut geen hond! van Barbara Scholten, 15 min, groep 5 t/m 8.
Iedereen wil wel iets wat niet kan/mag/lukt. Jouw leerlingen gaan dit gebruiken om een verhaal te schrijven.
Benieuwd naar meer schrijfopdrachten? Ga naar 19 gratis lees- en schrijfopdrachten voor meer lees- en schrijfplezier thuis én in de klas