Deze site maakt gebruik van cookies, zodat wij je de best mogelijke gebruikerservaring kunnen bieden. Cookie-informatie wordt opgeslagen in je browser en voert functies uit zoals het herkennen wanneer je terugkeert naar onze site en helpt ons team om te begrijpen welke delen van de site je het meest interessant en nuttig vindt. Lees hier meer.
Doe de schrijfopdracht ‘Een spannend verhaal zonder actie’ van Schoolschrijver Claudia Jong
Blog • Kan een verhaal zonder actie spannend zijn? Jazeker! Schoolschrijver Claudia Jong legt uit hoe precies en plakt er een leuke schrijfopdracht aan vast.
Lieve kinderen en juf/meester,
Jullie willen deze schrijfopdracht doen: een spannend verhaal zonder actie.
Dat is op zich al spannend, want het is niet makkelijk (ik zal later vertellen waarom). Jullie zijn dus durvers… of durfallen… hoe zeg je dat? Dappere dodo’s! In dit blog geef ik jullie nog wat extra tips.
Stap 1: Warming up – eerst opwarmen, zoals je dat ook doet bij sporten (klassikaal)
Jullie kennen vast al veel boeken en verhalen… Ga samen op zoek naar scènes waarin personages ergens zitten (of liggen) te praten. Er is dus geen actie, er wordt alleen gepraat en/of gedacht. Minstens twee scènes, maar misschien vinden jullie er meer. Een scène is trouwens een stukje dat zich in een bepaalde tijd op een bepaalde plek afspeelt, dus bijvoorbeeld: moeder en dochter zitten in de keuken en voeren een gesprek. Als ze daarna iets anders gaan doen op een andere plek is dat een volgende scène. Het woord ‘scène’ komt eigenlijk uit de theater- en filmwereld.
Maar ik dwaal af…
Lees de scène (voor) en bespreek hem samen met behulp van de vragen. Lees hem daarna eventueel opnieuw. Als je de vragen niet helemaal kunt beantwoorden, is dat niet erg.
Bespreek-vragen:
- Wat zeggen de personages? Hoe zeggen ze dat?
- Wat denken ze (en zeggen ze niet)?
- Wat willen ze (of wat willen ze juist niet)?
- Met wie leven we mee, als lezer?
- Zit er spanning in deze scène? Zo ja, hoe komt dat?
Als het moeilijk is om goede scènes te vinden, of jullie hebben weinig tijd, dan heb ik hier een paar voorbeelden. Misschien hebben jullie deze boeken op school. Leen ze anders bij de bieb of koop ze in een kinderboekwinkel.
Boek 1: Wolfje, van Claudia Jong
(groep 5-8)
Lees de scène op pagina 63-64 waarin Wolfje en haar moeder zitten te praten, van [Ze zaten tegenover elkaar aan de keukentafel.] t/m [‘Doe hem maar de groeten.’]
Boek 2: Minoes, van Annie M.G. Schmidt
(groep 5-8)
Lees het begin van hoofdstuk 1, van [‘Tibbe! Waar zit Tibbe?’] t/m [‘Dag Tibbe.’ ‘Dag meneer.’]
Boek 3: Naar het noorden, van Koos Meinderts
(groep 6-8)
Lees het begin van hoofdstuk 8, van [Het mocht niet wat ik deed, maar het ging over ons, dus ik bleef staan luisteren, achter de deur naar de voorkamer.] t/m [Alsof ik daarmee probeerde te vergeten wat ik zojuist had gehoord.]
Boek 4: De brief voor de koning, Tonke Dragt
(groep 6-8)
Lees het begin van hoofdstuk 1, De nachtwake in de kapel, van [Tiuri lag geknield op de stenen vloer van de kapel en staarde naar de bleke vlam van de kaars die voor hem stond.] t/m [‘In Gods naam, doe de deur open!’]
In de voorbeelden hebben jullie kunnen zien hoe een verhaal spannend kan zijn, óók als er eigenlijk weinig actie in zit.
Nu gaan we zelf ideeën verzinnen…
Stap 2: Voorbereiden (individueel en in tweetallen)
Bedenk voor jezelf over welke personages je zou willen schrijven, en waarover ze kunnen praten. Kies ook een plek waar het verhaal zich afspeelt. Let op: het moet gaan over personages die praten en/of denken, er mag geen actie zijn!
Tip: Kies een hoofdpersoon en breng die in de problemen.
Denk aan de voorbeeldscènes uit de boeken… (maar verzin iets nieuws, doe geen bestaande verhalen na, die bestaan al).
Neem hiervoor een paar minuten en schrijf je ideeën op een kladblaadje.
Werk dan een paar minuten in tweetallen. Bespreek jullie ideeën en help elkaar. Zit er spanning in jouw idee voor de scène? Zo nee, hoe komt dat en wat kunnen we veranderen? Zo ja, hoe kunnen we de scène nóg spannender maken?
Tip: Als het niet spannend genoeg is moet je ervoor zorgen dat het belangrijker wordt voor de hoofdpersoon, zodat er meer gevoel in zit.
Schrijf de gedachten van de hoofdpersoon op… waar is hij/zij bang voor? Komt die verwachting uit, of gebeurt er juist iets anders? Iets ergers? Of valt het mee en wordt het daardoor grappig? Een personage kan ook liegen, of iets stoms zeggen en daar meteen spijt van hebben (in zijn gedachten).
Wat ook kan helpen: als de personages andere dingen willen, die met elkaar botsen.
Personages zijn net mensen, ze maken zich enorm druk om van alles. Daarom lezen wij graag boeken en verhalen… over andermans problemen!
Stap 3: Schrijven (individueel)
Je hebt ideeën verzameld en weet ongeveer wat je gaat schrijven. Nu kun je beginnen! Tijdens het schrijven krijg je vaak nieuwe ideeën. Je mag altijd dingen veranderen… het is jouw verhaal. Werk in stilte en neem de tijd, bijvoorbeeld 15-20 minuten (langer en vaker mag ook).
Veel schrijfplezier!
Als jullie klaar zijn met schrijven, kunnen jullie de verhalen voorlezen, in groepjes of voor de klas. Bespreek ze, zoals bij de scènes uit de boeken. Heeft de schrijver zich aan de spelregel gehouden: een scène waarin personages alleen praten, zonder actie? Zit er spanning in?
Wat is er nou zo moeilijk aan deze oefening? Dat zal ik verklappen… Je doet eigenlijk twee dingen tegelijk: je beschrijft de situatie van de pratende personages, èn je beschrijft wat ze denken en zeggen. En nu komt het: in wat ze denken en zeggen kan natuurlijk wél veel actie zitten.
Bijvoorbeeld: Liggend in slaapzakken, s’avonds in het donker, kunnen twee kinderen praten over een bombardement waarbij alle huizen in hun straat in één keer werden verwoest. Of over een verjaardagsfeest met dansende kinderen in een grote tuin met een zwembad, en hoe er opeens een olifant kwam die in het zwembad plonsde, waardoor de kinderen allemaal nat werden en juichten en lachten. Behalve één kind in het zwembad, onder de olifant…
Zo kan er in een scène zonder actie toch veel gebeuren. Probeer maar.
Hartelijke groet, Claudia Jong
Schrijfopdracht Spanning zonder actie van Claudia Jong, 30 min, groep 5 t/m 8.
Kan een verhaal zonder actie spannend zijn? Jazeker! Schoolschrijver Claudia Jong legt precies uit hoe je een scène schrijft waarin geen actie is, maar die tóch spannend is.
Benieuwd naar meer schrijfopdrachten? Ga naar 19 gratis lees- en schrijfopdrachten voor meer lees- en schrijfplezier thuis én in de klas